![]() |
![]() |
![]() |
Literaire kritieken
Vanaf het voorjaar van 2017 positioneert DW B zich nog steviger middenin het literaire debat. We blijven inzetten op gedegen teksten waarin critici de tijd nemen en de ruimte krijgen om zich op geheel eigen wijze te verhouden tot belangrijke literaire werken. Er is maar één verschil met het verleden: we drukken de kritieken niet meer af op papier maar plaatsen ze direct online op www.dwb.be. Zo zingt DW B ook digitaal mee in het polyfone koor dat de literaire kritiek is - met haar eigen, voldragen stem.
Voor de literaire kritieken die voor 2017 in de DW B zijn verschenen kunt u terecht op de archiefwebsite. Volg daarvoor deze link: dwbarchief.be
|
Elke grens overwoekerd. Over 'Mijn lieve gunsteling' van Marieke Lucas Rijneveld
![]() Auteur: Daan Borloo - januari 2021 Marieke Lucas Rijneveld, Mijn lieve gunsteling. Atlas Contact, Amsterdam, 2020. Download deze tekst in pdf hier.
‘VOOR JOU’. Zo luidt de opdracht aan het begin van Mijn lieve gunsteling. Het staat er in vette drukletters, en ik voel me uiteraard bijzonder aangesproken. Marieke Lucas Rijneveld heeft dit boek voor mij geschreven. Alsof ze terstond mijn gedachten kan lezen, staat op de bladzijde daarna het volgende motto te blinken: ‘Ken me dan maar, / weet wie ik ben / en doe maar.’ Precies of dat is mijn enige gepaste antwoord op de onbeteugelde gulheid die Rijneveld zonet heeft laten zien. Jij hebt dit boek daadwerkelijk voor mij geschreven, Marieke Lucas? Welaan, dan geef ik mij volledig aan je over. Het verband tussen schrijver en lezer is al gesmeed nog voor de intussen al veel geciteerde openingszin zal losbarsten en het stelselmatig duidelijk wordt dat de ‘jou’ en de ‘ik’ in deze parateksten misschien eerder de hoofdpersonages van de roman zelf toebehoren, al is dat natuurlijk niet volgens het boekje. Mijn lieve gunsteling is namelijk een lang en breed uitgesponnen litanie van een 49-jarige veearts (de ‘ik’), geadresseerd aan zijn lieve gunsteling uit de titel, een 14-jarige boerendochter (de ‘jij’). Hun onorthodoxe verbond is zo sterk dat het alles overwoekert, ook de grenzen van de romantekst. De openingszin van het betoog van de veearts bulkt van ingevreten ongeduld en zinderend verlangen; als het deksel dat van een pot kokend water vliegt: Lieve gunsteling, ik zeg het je maar meteen: ik had je in dat steilorige hoogseizoen als een zweer met een hoefmes uit de klauwlederhuid moeten verwijderen, ik had ruimte moeten maken bij de tussenkauwspleet zodat mest en vuil ertussenuit zouden vallen en niemand je kon infecteren, misschien had ik je enkel wat moeten pellen en bijschaven met de slijper, je moeten reinigen en droogwrijven met wat zageling. Ook al heeft ze nog maar twee romans en twee dichtbundels uit, toch zou je deze passage al ‘vintage Rijneveld’ kunnen noemen. Daar waar talloze Nederlandse auteurs van de poldervlucht hun belangrijkste thema hebben gemaakt, doet Rijneveld immers het omgekeerde. Ze duwt ons met de neus net heel erg diep in die polder en schuwt daarbij geen enkel detail. Rijneveld snijdt voluit een verbeeldingswereld aan die in vele literaire ontvoogdingsromans slechts wordt geschetst in relatie tot iets anders, en die moedige keuze gaat gepaard met een bijzonder rijke woordenschat. Zelfs Van Dale kent de ‘klauwlederhuid’ niet, maar het woord straalt een combinatie van kracht en kwetsbaarheid uit die exemplarisch is voor het boek dat volgt, en de inborst van al haar personages. Als je leeft tussen de beesten valt het misschien net iets harder op dat mensen verduiveld onvolmaakte wezens zijn die voortdurend schade berokkenen aan zichzelf en de ander, om die dan weer proberen te herstellen met woorden die altijd tekortschieten, of stiltes die gevaarlijk gaan etteren. De veearts kijkt langdurig naar me. ‘Ik snap niet dat je nog geen vriendje hebt. Als ik zo oud was als jij, dan had ik het wel geweten.’ Mijn wangen worden net zo heet als de zijkanten van de juskom. Ik weet niet wat het verschil maakt, waarom hij het als twaalfjarige wel had geweten maar het als oudere man in de leeftijd van vader niet meer begrijpt. Volwassenen weten toch alles. Niets noemenswaardigs houdt je dus tegen om Mijn lieve gunsteling als een volwaardig vervolg te lezen waarin de relatie tussen de boerendochter en de veearts die hierboven al ontkiemt, verder wordt uitgewerkt. Toch heeft Rijneveld een paar details omgebogen zodat de link tussen haar eerste en tweede roman niet helemaal waterdicht is. Jas is bijvoorbeeld tien jaar oud wanneer haar broer overlijdt, maar de lieve gunsteling is amper twee als ‘de verlorene’ sterft. Ze kan zijn dood met andere woorden onmogelijk bewust hebben meegemaakt. Daarnaast is de moederfiguur slechts mentaal afwezig in De avond is ongemak, terwijl ze ook fysiek ontbreekt in Mijn lieve gunsteling. Door die dubbele ingreep is de lieve gunsteling, nog meer dan Jas, overgeleverd aan haar eigen fantasie om menselijke relaties in te vullen. Een taak waarin ze tegelijk wordt bijgestaan en tegengewerkt door de veearts, die maar al te goed beseft dat zij iemand was kwijtgeraakt aan de dood en iemand aan het leven, het ene was hartverscheurend en het andere maakte je godsgruwelijk weerloos, het maakte je zo miezerig dat je je wel groot moest maken[.] De hele roman draait om de dubbelzinnige rol die de veearts zichzelf toedicht in dat verstoorde ontwikkelingsproces van een veertienjarig meisje. Een rol waarmee hij onmogelijk in het reine kan komen omdat ze niet strookt met onze normen en waarden en omdat hij maar al te goed beseft dat hij haar ‘geïnfecteerd’ heeft, tegen beter weten in. In de vorm van een bekentenis — af en toe verwijst hij naar niet nader genoemde ‘magistraten’ die zijn betoog al dan niet aanhoren — onthult hij het relaas van zijn allesverterende hartstocht, voortgestuwd door zelfkwelling, dwanggedachten en nachtwanen. Jawel, Mijn lieve gunsteling vertoont op meerdere niveaus gelijkenissen met Vladimir Nabokovs Lolita, niet het minst door de kracht van de taal die wordt uitgespeeld. De schoonheid van de woorden benevelt en drogeert: net als Humbert Humbert is de veearts van Rijneveld zodanig welbespraakt dat je met hem gaat sympathiseren, ook al veracht je de daden die hij stelt. Je kunt als lezer ook geen afstand van hem nemen; je bewustzijn valt onweerlegbaar samen met dat van iemand die je eigenlijk wilt veroordelen. Het installeert een leeshouding die enkel maar schizofreen kan zijn, en net daarom zo gevaarlijk en beklijvend is. Ik houd ook niet van mezelf, maar daarom des te meer van een ander. Ik heb zoveel liefde en tegelijk zoveel haat dat het over de randen van mijn lichaam groeit. De grenzeloosheid van haar lichaam is tegelijk een wonde en een kans, en net hierin schuilt een soort emancipatie die de Lolita van Nabokov nooit is gegund. Het gaat natuurlijk om de mogelijkheid om onbegrensd te kunnen zijn, en niet louter samen te vallen met het kader waarin je wordt beschreven. Lolita bestaat louter in de tang van Humbert Humbert, maar de lieve gunsteling overstijgt uiteindelijk haar verteller en, bij uitbreiding, alle opgelegde categorisering die haar lenigheid fnuikt. Zo stuurt ze, laat in het verhaal, het volgende bericht naar de veearts, een citaat uit It van Stephen King: Maybe, in the end it’s the voice that tells the stories more than the stories themselves that matters. Misschien is dit boek, veel meer dan het eenzijdig gerepresenteerde relaas van een verboden relatie, een veelzijdig pleidooi voor die andere vorm van ‘grensoverschrijdend’ gedrag, namelijk een onbegrensde levensvisie die lenig is en laat zijn. Zoals de botten van een jong veulen. Vanuit die optiek is dit boek (en dit stuk) wel degelijk ‘VOOR JOU’ geschreven, omdat ‘jij’ en ‘ik’ uiteindelijk niets anders kunnen doen dan samenvallen.
BIBLIOGRAFIE Marieke Lucas Rijneveld, Mijn lieve gunsteling. Atlas Contact, Amsterdam, 2020. |
NIEUWS
- Verschenen: De Grote Vlaamse Striproman
- Alicja Gescinska en Koen Sels te gast bij boekenprogramma Overlezen (De Warande)
- Verschenen: 'Altijd was die muur daar'
- Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde over Het literair klimaat
- Verschenen: Wat de rattenvanger speelde. Hedendaagse Poolse literatuur